Airconditioner
Een airco-installatie steekt eigenlijk heel simpel in elkaar. Het arico systeem bestaat uit een warmtewisselaar voor zowel binnen als buiten en een aantal leidingen. De compressor zorgt ervoor dat de de koude lucht de goede richting op stroomt. De ventilatoren zorgen ervoor dat de lucht met de juiste kracht in de kamer wordt geplaatst. Het is belangrijk dat et gecondenseerde water zorgvuldig wordt afgevoerd. Doormiddel van de afvoer van het condenswater wordt er alleen maar zuivere en schone lucht in de kamer wordt geblazen door het aircosysteem. De luchtvochtigheid in de kamer moet tussen de 40 en 60 % zijn. Een airconditioner regelt de luchtvochtigheid doormiddel van het condeserings systeem.
De meeste airconditioner worden gebruikt in landen waar een hoge welvaart is en een warm klimaat. Een menselijk lichaam funcitoneert het beste bij een temperatuur van 19 a 20 graden. Wanneer in een land de temperaturen oplopen tot boven deze temperatuur is het verstandig om een airconditioning systeem te nemen. Een airconditioning systeem kan ook zorgen voor een reiniging van de lucht in een kamer. Daarnaast kan een airconditioning systeem zorgen voor de luchtcirculatie in een tussen de buiten en de binnen lucht. Dit hoeft niet perse te maken hebben met koude of warme lucht maar puur met de circulatie van de lucht. In bepaalde ruimte waarbij de ventilatie niet goed genoeg is om frisse lucht aan te trekken is lucht circulatie optimaal. Dit kan natuurlijk ook een temperatuursverschil opleveren. Maar dit is niet het hoofddoel van de luchtcirculatie.